© Pixabay

Hoe ga ik om met het zwartepietendebat?

Hoor je op je werk of in je omgeving allerlei argumenten waarom het sinterklaasfeest moet blijven zoals het is, maar weet je niet goed hoe je daarop kunt reageren? Hier lees je de meest voorkomende argumenten en ontdek je welke tegenargumenten je kan gebruiken in het zwartepietendebat.

Hoe ga ik om met het zwartepietendebat?

Hoor je op je werk of in je omgeving allerlei argumenten waarom het sinterklaasfeest moet blijven zoals het is, maar weet je niet goed hoe je daarop kunt reageren? Hier lees je de meest voorkomende argumenten en ontdek je welke tegenargumenten je kan gebruiken in het zwartepietendebat.
© Pixabay

Argument 1: “Het is een traditie. Daar mag je niet aan raken.”

Misschien denkt je gesprekspartner dat het feest er altijd heeft uitgezien zoals het nu gevierd wordt, maar dat klopt niet. Geef aan dat tradities evolueren en dat dat ook geldt voor het Sinterklaasfeest.  Gebruik de geschiedenis van Sinterklaas om dat aan te tonen:

  • Tot 1850 had Sinterklaas geen knecht. Hij werd meestal alleen afgebeeld, als iemand die cadeautjes rondbracht, maar ook kindjes bestrafte en angst aanjoeg. Soms werd hij ook afgebeeld met een zwarte duivel die kinderen sloeg.
  • 1850: In het kinderboek ‘Sint Nikolaas en zijn knecht’ zien we voor het eerst een ‘knechtje, dat zwart is van kleur’. Vanaf dan neemt de knecht de rol over van straffer en steekt hij stoute kinderen in een jutezak. De knecht draagt ook een pagekostuum dat in de 16e eeuw werd gedragen door Moorse bedienden. Dit waren tot slaaf gemaakte zwarten die werden gekocht door de rijken.
  • Tot 1930 had Sinterklaas slechts één Zwarte Piet als knecht zonder oorringen of zwart kroeshaar, maar later wordt Sinterklaas vergezeld door Zwarte Pieten met rode lippen en gouden oorringen. Soms hangen ze zelfs vast aan een ketting. De pieten krijgen later ook specifieke taken: pakjespiet, strooipiet, stafpiet,…
  • Vanaf 2014 verschijnen er steeds meer roetpieten. De piet is ook niet altijd de knecht van Sinterklaas, maar eerder de vriend. 
  • De laatste jaren zien we allerlei soorten pieten: roetpieten, regenboogpieten, witte pieten,…

Aan de hand van deze evoluties kan je dus aantonen dat het traditionele sinterklaasfeest een feest was met een straffende Sinterklaas zonder pieten. Als we van dat deel van de traditie kunnen afstappen, kunnen we ook evolueren naar een feest met roetpieten, zonder karikaturale of raciale kenmerken. Een feest waar iedereen van kan genieten.

Argument 2: “Het is een kinderfeest.”

Wanneer iemand dit argument gebruikt, kan je inspelen op het belang van het kind. Dat het een feest voor kinderen is, is een extra argument om er een inclusief feest van te maken en te vermijden dat het kwetsend is voor kinderen met een donkere huidskleur. 

Enerzijds kunnen zwarte kinderen zich uitgesloten voelen of zelfs gepest worden wanneer ze vergeleken worden met Zwarte Piet als knecht of als straffende hulp van Sinterklaas. Anderzijds krijgen andere kinderen bepaalde stereotypen mee over zwarten. Benadruk dat het kinderfeest dus niet bij iedereen voor fijne herinneringen zorgt, maar ook heel wat kwetsuren en angsten kan veroorzaken. 

Ook Margrite Kalverboer, Kinderombudsman van Nederland, kaartte na gesprekken met kinderen aan dat de figuur van Zwarte Piet kan bijdragen aan pesten, uitsluiting of discriminatie. Daarom is het belangrijk om geen stereotyperende kenmerken te gebruiken. 

Argument 3: “Ik vier het Sinterklaasfeest en ik ben toch geen racist.”

Stel je gesprekspartner gerust. Dat iemand het Sinterklaasfeest viert, wil zeker niet zeggen dat hij of zij een racist is. Maak duidelijk dat het feest zelf wel racistische en koloniale invloeden heeft. Geef enkele voorbeelden van referenties naar het kolonialisme:

  • Het pagekostuum dat de pieten dragen, is een kostuum dat ook door Moorse bedienden en tot slaaf gemaakte Afrikanen uit de 17e en 18e eeuw werd gedragen. 
  • De gouden oorbellen zijn een verwijzing naar creolen. In de tijd van de slavernij moesten creolen zulke oorbellen dragen als teken dat ze in bezit waren van slavenhouders.  
  • De jutezak waar zwarte piet vroeger stoute kinderen instak, is van eenzelfde soort als de zak die werd gebruikt om goederen uit kolonies te verschepen.

Als je dat weet, betekent dat niet dat je geen Sinterklaasfeest meer kan vieren. De bedoeling is niet om de sinterklaastraditie te beëindigen, wel om ervoor te zorgen dat iedereen kan genieten van het feest. 

Argument 4: “Zwarte Piet is zwart door de schoorsteen.”

Je kan dit argument gemakkelijk ontkrachten door te stellen dat Zwarte Piet uiterlijke kenmerken vertoont die niet veroorzaakt zijn door de schoorsteen. Zo zijn de dikke rode lippen, zwarte krullen en oorbellen geen resultaat van door een schoorsteen te kruipen, wel zijn het stereotyperende en karikaturale kenmerken van zwarte personen uit de slavernijperiode. 

Vermeld ook deze uitspraak over de schoorsteen vaak leidt tot andere racistische uitspraken. Zwarte mensen krijgen weleens te horen dat ze zich moeten gaan wassen. Daarom is het logischer om te kiezen voor een piet met roetvegen.

Argument 5: “We doen het al jaren zo. Waarom nu moeilijk doen?”

Vertel je gesprekspartner dat het protest tegen de figuur van Zwarte Piet eigenlijk niets nieuws is. Al sinds 1930 is er protest rond. Pas sinds onze maatschappij de laatste jaren steeds diverser is geworden, werd het zwartepietendebat een steeds belangrijker maatschappelijke discussiepunt. Die proteststem krijgt nu meer gehoor door: 

  • het groeiende bewustzijn rond racisme en discriminatie.
  • tegenstanders, zowel zwarte als niet-zwarte personen, die zich luider laten horen om komaf te maken met het karikaturale karakter van het feest.
  • het Europees Parlement, dat haar lidstaten in juni 2020 in een resolutie verbood om "racistische en afrofobische tradities, zoals blackface" te gebruiken.
  • de invloed van sociale media.

Argument 6: “Mijn zwarte vriend/collega/buurman vindt het geen probleem.”


Probeer dit argument om te draaien: “De meerderheid van de zwarte Belgen vindt het wél een probleem”. Dat één zwarte persoon de figuur van Zwarte Piet geen probleem vindt, mag geen reden zijn om alle andere stemmen die duidelijk aangeven dat ze het kwetsend en beledigend vinden, weg te cijferen.

 

Wil je graag meer weten over inclusieve communicatie en omgaan met verschillende perspectieven? 

Volg een vorming bij Atlas, integratie & inburgering Antwerpen. 

Bekijk ook